SV | Maar als zij rust hadden, keerden zij weder om kwaad te doen voor Uw aangezicht; zo verliet Gij hen in de hand hunner vijanden, dat zij over hen heersten; als zij zich dan bekeerden, en U aanriepen, zo hebt Gij hen van den hemel gehoord, en hebt hen naar Uw barmhartigheden tot vele tijden uitgerukt. |
WLC | וּכְנֹ֣וחַ לָהֶ֔ם יָשׁ֕וּבוּ לַעֲשֹׂ֥ות רַ֖ע לְפָנֶ֑יךָ וַתַּֽעַזְבֵ֞ם בְּיַ֤ד אֹֽיְבֵיהֶם֙ וַיִּרְדּ֣וּ בָהֶ֔ם וַיָּשׁ֙וּבוּ֙ וַיִּזְעָק֔וּךָ וְאַתָּ֞ה מִשָּׁמַ֧יִם תִּשְׁמַ֛ע וְתַצִּילֵ֥ם כְּֽרַחֲמֶ֖יךָ רַבֹּ֥ות עִתִּֽים׃ |
Trans. | ûḵənwōḥa lâem yāšûḇû la‘ăśwōṯ ra‘ ləfāneyḵā wata‘azəḇēm bəyaḏ ’ōyəḇêhem wayyirədû ḇâem wayyāšûḇû wayyizə‘āqûḵā wə’atâ miššāmayim tišəma‘ wəṯaṣṣîlēm kəraḥămeyḵā rabwōṯ ‘itîm: |
Maar als zij rust hadden, keerden zij weder om kwaad te doen voor Uw aangezicht; zo verliet Gij hen in de hand hunner vijanden, dat zij over hen heersten; als zij zich dan bekeerden, en U aanriepen, zo hebt Gij hen van den hemel gehoord, en hebt hen naar Uw barmhartigheden tot vele tijden uitgerukt.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar als zij rust hadden, keerden zij weder om kwaad te doen voor Uw aangezicht; zo verliet Gij hen in de hand hunner vijanden, dat zij over hen heersten; als zij zich dan bekeerden, en U aanriepen, zo hebt Gij hen van den hemel gehoord, en hebt hen naar Uw barmhartigheden tot vele tijden uitgerukt.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!